Als kleine turf van een jaar of vier stond ik steevast met echte microfoon te zingen, terwijl pappie alles met bandrecorder opnam en foto’s maakte.... In de jaren die daarop volgden won de verlegenheid het echter van de ‘podiumdrift’ en werd het stil, behalve dan als er niemand thuis was. Als meisje van 12 jaar durfde ik het heel af en toe weleens aan op een karaokepodium te stappen, maar dan alleen in een stad waar ik niemand kende (en vooral waar ze mij niet zouden kennen). Totdat in 1997 ineens een nieuwe rocksensatie de hitlijsten bestormde met het nog steeds waanzinnige nummer “Nobody’s Wife”. Ik kocht meteen het album en zong het dagelijks helemaal uit volle borst mee, niet doorhebbende dat de buren ongewild publiek waren. 
Langzaamaan gebeurde er steeds meer; met een vriend op gitaar wat verjaardagen en barbecuefeestjes muzikaal aankleden, samen met een vriendin op zangles, eens meezingen bij een bandje tijdens de repetities. Niet veel later (1998) kwam ik in het coverbandje Silex terecht, waar we jarenlang trouw wekelijks repeteerden en een keer of vier per jaar mee optraden. De band is destijds uit elkaar gevallen nadat drummer en slaggitarist waren opgestapt en we nooit meer echt een kloppend geheel bij elkaar hebben kunnen krijgen. 
Ik had even geen zin meer in een vaste band en heb de afgelopen jaren ingevuld met allerlei muzikale inval dingetjes bij verschillende (gelegenheids)bandjes, waaronder JustUs (de band waar ook huidige drummer en bassist uit komen). 
De nieuwe formatie FrogFever werd geboren; voor de band goed en wel naam en smoel had stond het eerste optreden al gepland...en ik mocht mee! 
Facebook Youtube