Als eigenwijze drol van 8 jaar moest en zou ik een electrische gitaar... en dat werd het dus niet. Pa en ma vonden dat, als je iets goed wilt leren, je dan bij de basis moest beginnen en zo gezegd kreeg ik dus voor mijn verjaardag een heuse klassieke gitaar.

Natuurlijk kwam die electrische er wel toen ik na zo’n jaartje of 6 lessen besloot mijn geluk toch in de wereld van Rock ‘n Roll te beproeven.

In eerste instantie gooide ik me op het kampvuur repertoir (John Denver, The Beatles, Leonard Cohen, Elvis etc.) omdat ik ontdekt had dat ik daarmee menig meidenhart sneller kon laten kloppen, hetgeen aardig strookte met andere interesses die ik in die tijd ontplooid had. Net op het punt dat ik reddeloos tenonder zou gaan in de kolkende poel van hormonen leerde ik in 1990 André Dieterman kennen (jawel, die van The King Snakes). Dankzij André kreeg ik het blues virus te pakken. Na een jaar of 15 blues en jazz te hebben gespeeld werd het tijd voor een andere uitdaging: Rock. In de band FrogFever kan ik helemaal mijn ei kwijt. Lekker beuken op arrangementen van CCR, Skunk Anansie, Robben Ford, Anouk, Melissa Etheridge, Gavin the Graw etc etc.

Het liefst speel ik op mijn Fender Telecaster (een oudje uit 1968) of mijn SRV strat. Voor een avondje Rock & Roll heb ik nog een Gretsch 6120. He-le-maal te gek. De enige versterker die er bestaat is volgens mij mijn Fender Super Reverb. Altijd goed voor een vet maar toch sprankelend geluid.

Facebook Youtube